
Gepubliceerd op
1 augustus 2025
Mijn verhaal
Op een regenachtige dag begin augustus besloot ik om samen met een vriendin te gaan paardrijden in een binnenbak bij ons in de buurt. Daar aangekomen zadelden we onze paarden op en gingen we rijden. De eerste 20 minuten verliepen vlekkeloos, totdat het op een gegeven moment keihard begon te regenen.
Door de hoeveelheid regen kwamen er hier en daar druppels door het dak naar beneden vallen. Een van de druppels viel vlak voor ons op de grond. Mijn paard schrok van het geluid en sprong opzij tegen mijn been aan. Daar schrok hij ook van en sprong opzij de andere kant op. Toen dat ook niet de uitweg bood die hij had gehoopt, omdat daar mijn andere been zat. Zette hij het op een lopen.
“Nee, niet weer*” was de eerste gedachte die door mijn hoofd schoot. Al snel maakte deze gedachte plaats voor angst, want de controle is op dat moment ver te zoeken. In een harde rengalop schoot hij al zigzaggend de bak door. Dit betekent dat als je net je balans hebt gevonden je de andere kant op geslingerd wordt en weer opnieuw kunt zoeken naar balans.
Ik probeerde hem rustig te krijgen en op een gegeven moment kreeg ik hem de kant op waar ik heen wilde. Toen was daar plots de bakrand. In een oogwenk koos hij ervoor om linksaf te gaan. Dit kon ik zo snel niet volgen waardoor ik rechtsaf ging. BAM.. daar lag ik.
Tijdens de val heb ik met mijn hoofd de bakrand geraakt. Mijn cap was nog heel en veel last had ik niet. Ik koos ervoor om weer op te stappen en verder te rijden.
Na 20 minuten begon ik sterretjes te zien en ben ik direct afgestapt. Het voelde niet goed. Terug in de auto naar stal werd ik misselijk. Nadat ik op stal was aangekomen heb ik mijn paard weggezet, de spullen opgeruimd en de dokter gebeld.
Dezelfde dag kon ik nog terecht. Na een kort gesprek en wat testjes kwam hij met de conclusie dat ik een lichte hersenschudding had. Als ik rust hield dan zou het zo weer over zijn.
De klachten
De eerste dagen na mijn val ging het redelijk goed. Ik deed kalm aan en ik lag veel op de bank. Na een paar dagen werden de klachten erger. Het geluid van een vogel klonk alsof er iemand met een trompet in mijn oor stond te toeteren en daglicht kwam binnen alsof ik met mijn gezicht vlak voor een bouwlamp stond. In huis liep ik met een zonnebril en koptelefoon op, zodat ik minder last van deze prikkels had.
Binnen korte tijd vielen er veel dingen die ik normaal wel kon af. Puur omdat het te veel prikkels waren die ik niet kon verwerken. Schermen zoals tv, laptop en telefoon waren te veel. Hierdoor kon ik niet meer werken. Lezen ging niet, want dan begonnen de letters te dansen. Ook vielen auto- en paardrijden af, omdat de omgeving te snel voorbij flitste. Muziek luisteren stond ook op het lijstje met dingen die ik beter niet kon doen. Op de bank liggen en rusten ging mij daarom ook goed af, want verder kon ik niet zoveel.
Na een week kreeg ik daar geheugenverlies bij. Gesprekken die ik voerde, was ik na 5 minuten vergeten en zo ook de dingen die ik had gedaan of van plan was om te doen. Op een gegeven moment ging ik wandelend naar de supermarkt in het dorp. Eenmaal in de straat van de supermarkt aangekomen, wist ik niet meer hoe ik de straat moest oversteken. Er stond één viskraam in de straat die mijn weg blokkeerde en er reed welgeteld één auto door het dorp.
Ja, ik voelde mij echt een demente bejaarde. Het voelt heel gek als je ineens niet meer weet hoe je iets moet doen. Iets wat normaal vanzelfsprekend is. Ik schrok daar ook best wel van. Was dit het nieuwe normaal?
Ik kwam erachter dat ik overzicht miste. Door het oversteken in stappen op te delen, lukte het mij uiteindelijk om bij de supermarkt aan te komen. Daar kwam ik er al snel achter dat dit ook een flinke no go was. Door de hoeveelheid spullen in de schappen, het zoeken naar de juiste producten, de mensen en het geluid werd ik al snel overprikkeld. Daardoor was ik niet meer in staat om mij te herinneren waar ik naar op zoek was en wilde ik alleen maar vluchten naar een plek waar het rustig was.
Hersenschudding of niet?
Voor mijn gevoel hoorde deze klachten niet bij een ‘lichte’ hersenschudding. Dus ik belde nogmaals met de huisarts. Deze vertelde mij dat de klachten konden verergeren en dat ik gewoon rustig aan moest doen. Na zes weken zou het wel over zijn.
De zes weken veranderden in zes maanden.
In een slakkentempo ging mijn herstel vooruit. Langzamerhand kon mijn zonnebril in huis af. Ik ben nog nooit zo blij geweest met de sombere, regenachtige dagen zoals we die in Nederland kennen, want dat betekende ook buiten een dagje zonder zonnebril. Ook kon mijn koptelefoon steeds vaker af. Al moet ik zeggen dat ik deze graag op had wanneer de bouwvakkers in onze nieuwbouwwijk aan het klussen waren. Tijdens taakjes als stofzuigen of koken was het ook een fijne uitkomst.
Goede dagen wisselden zich af met slechte dagen. Situaties waarin ik het overzicht verloor of momenten dat ik overprikkeld was, zorgden voor paniek- of woedeaanvallen. Niet alleen vervelend voor mij, maar ook vooral voor mijn omgeving. Het is erg lastig om te begrijpen wat er gebeurt wanneer iemand op zo’n moment kortsluiting heeft en niet kan uitleggen hoe het komt. Huilen betekende dat ik weer een aantal slechte dagen op een rij kon verwachten, dus dat probeerde ik te vermijden.
In het begin voelde ik mij erg eenzaam. Niet omdat ik geen mensen om mij heen had, maar omdat ik mij niet begrepen voelde. Ik kon wel uitleggen hoe ik mij voelde maar het is lastig om te begrijpen als je dit niet hebt meegemaakt. Er werd rekening gehouden met wat ik wel en niet aankon. Daarnaast boden ze mij hulp op de momenten dat ik het nodig had door bijvoorbeeld overzicht te creëren of een taak uit handen te nemen. Een taak die voor een gezond iemand simpel is, maar voor iemand met NAH erg groot kan zijn.
Het strijdplan
Bij de pakken neer zitten is niets voor mij. Ik was bereid om er alles aan te doen om ‘beter’ te worden, want beter worden zou ik. Waar ik moest beginnen om te herstellen of welke hulpverleners ik nodig had wist ik niet. Nog minder wist ik van NAH of de hoeveelheid mensen die rondlopen met soortgelijke klachten.
Mijn moeder had toevallig mijn tante gesproken over de klachten die ik had. Mijn tante herkende de klachten en raadde mij aan om contact op te nemen met mijn neef. Door een val van zijn fiets had hij een langdurige hersenschudding (PCS) opgelopen.
Mijn neef herkende mijn verhaal en vertelde mij dat het veel leek op een langdurige hersenschudding. Ik kreeg van hem een aantal tips zodat ik beter om kon gaan met overprikkeling. Ook gaf hij mij een lijst aan hulpverleners die mij zouden kunnen helpen.
Ik begon met het rustig opbouwen van de dingen die ik niet meer kon. Paardrijden, naar een scherm kijken, muziek luisteren en lezen werden oefeningen. Ik startte met 1 minuut en dan rust. Wanneer dit goed ging mocht ik er van mijzelf een minuut aan toevoegen. Het heeft even geduurd, maar na een tijdje kon ik de activiteiten weer een uur volhouden. Dat was een hele overwinning!
Het recht laten zetten van mijn wervels en bekken door een musculoskeletale arts heeft voor mij ook echt het verschil gemaakt. In mijn rugwervel stonden nog maar 3 wervels recht. Waarschijnlijk zijn deze tijdens eerdere valpartijen, soms misschien als kind al verschoven. Ik voelde mij een stuk soepeler in mijn lichaam en de dagelijkse hoofdpijn nam gelijk af.
De terugval
Na 1,5 jaar kreeg ik een terugval. De trigger was voor mij autorijden in de stromende regen op een vijfbaans snelweg. Als gevolg had ik dagelijks hoofdpijn waardoor ik niet goed kon slapen. Ik werd elke dag doodmoe wakker. Niet goed slapen zorgt ervoor dat je lichaam niet kan herstellen. Ik was dan ook binnen no-time overprikkeld en kon ik bijna niks aan. Twee weken later reed ik weer in de auto toen het weer fout ging. De regen kwam weer met bakken uit de hemel. Toen ik dacht dat ik niet verder kon zakken, ging ik nog verder onderuit. Door voldoende rust te nemen, mijn grenzen aan te geven en een lege agenda te houden lukte het mij uiteindelijk om er weer bovenop te komen. Zo’n slechte maand heb ik in tijden niet gehad.
Mijn herstel
Als ik kijk naar waar ik vandaan moest komen, dan ben ik best goed op weg. Ik kan nog niet alles wat ik zou willen en ik moet ook echt nog keuzes maken in wat ik wel of juist niet doe. Sporten en werken gaan prima. Sociale gelegenheden gaan best oke, mits het niet te druk is. Af en toe ga ik naar een feestje, maar dan weet ik ook dat ik drie dagen nodig heb om weer bij te komen.
Het lastige aan NAH vind ik dat er niet zichtbaar is dat iemand beperkt is in zijn of haar kunnen. Het ene moment gaan dingen goed en het volgende moment lig je er zomaar vanaf. Dan bestaan de dagen uit bank, bed en weer terug. Mensen weten vaak ook niet wat het kost om iets leuks te doen, want dat is het deel dat ze niet zien.
Mentaal kan dit proces best een uitdaging zijn. Je weet niet hoe lang het herstel gaat duren en of het nog beter wordt. Door positief te blijven, te kijken naar waar ik vandaan kwam en vooral te benoemen wat wél lukt is het mogelijk om hoop te houden.
Misschien is het nog wel belangrijker om te weten dat ik niet de alleen ben.
*ik ben eerder van het paard gevallen met letsel. Niet aan mijn hoofd gelukkig ;).